‘Hier koffie met appelgebak’, vermeldt het bord langs de zandweg. Zojuist ben ik aangekomen bij het Horstervennehoes, aan de rand van het Haaksbergerveen. Hier start de 13 kilometer lange wandeling Rond de Schaapskooi Haaksbergerveen.
Horstervennehoes
Het Horstervennehoes is het onderkomen van de schaapskudde. En bezoekers zijn welkom. Er is een bescheiden educatief centrum ingericht, over de schaapskudde en het Haaksbergerveen. En je kunt hier tijdens je wandel- of fietstocht, dus ook even pauzeren – met iets erbij.
Rondwandeling
De 13 kilometer lange rondwandeling is samengesteld door Gerard Vaanhold van de Historische Kring Haaksbergen, in samenwerking met vrijwilligers van de schaapskudde. Kenners van het gebied, dus garantie voor de mooiste paden en plekken – ga ik althans vanuit. Met bordjes gemarkeerd is de route niet, maar de gratis te downloaden wandel-app van Landschap Overijssel wijst je prima de weg.
Tevreden
Ik laat het Horstervennehoes voor nu achter me en zet koers richting het veen. Het gaat over een brede zandweg, langs akkers en weilanden. Twee koeien liggen tevreden in de wei, genietend van het ochtendzonnetje en even opkijkend naar de tweevoeter die langs hun weiland wandelt. Een weiland dat ‘regeneratief’ wordt begraasd, vertelt een bordje langs de zandweg. Door afwisselend verschillende soorten vee te laten grazen, moet de bodem gezonder worden, zo wordt uitgelegd.
Venneploes
Ik passeer de Venneploes: de werkschuur van Staatsbosbeheer, dat het Haaksbergerveen beheert. En even later maakt een oranje bordje duidelijk dat ik ook de grens van het natuurgebied heb bereikt. Wandelaars en fietsers zijn hier welkom vertelt het toegangsbord, maar wel op de aangegeven wegen en paden blijven. Dit laatste is hier zeker geen straf: over een smalle zandweg wandel ik langs de rand van het veen en word getrakteerd op prachtige uitzichten over het natuurgebied. Ik geniet van de weidsheid van het landschap, de ruige begroeiing en van het nog volop bloeiende klein streepzaad, dat hele gedeelten vrolijk geel kleurt.
Flamingohut
Het Haaksbergerveen is rijk aan bijzondere vogels, maar een Flamingohut had ik hier niet verwacht. Het blijkt ook niks te maken te hebben met flamingo’s die hier zouden zitten. De houten schuilhut is genoemd naar de Flamingoroute: een 450 kilometer lange fietsroute door het grensgebied van Nederland met Duitsland. Flamingo’s blijken er wel net over de grens met Nederland te zitten: in het Zwillbrocker Venn, bij Groenlo. Hier zit de noordelijkste flamingokolonie van Europa en tevens is het startpunt van de Flamingoroute.
Een mooie plek
Een hut die niet veel meer comfort zal hebben gehad dan de Flamingohut, werd even verderop tot in de jaren 60 bewoond door Hendrik Jan Naaldenberg. De laatste kluizenaar van het Haaksbergerveen werd hij genoemd. Nu staat er een bankje onder de groep hoge eiken waar hij woonde. Een mooie plek.
Het is een gebied vol afwisseling. Ik wandel langs ruige velden, kleine vennetjes en stukken heide. Her en der een struik, een solitaire boom of een bescheiden stukje bos. En in deze periode van het jaar als bonus de paarse gloed van bloeiende heide.
Herstel
Ik wandel langs het huis van de familie Ter Hogt, die al generaties hier aan de rand van het veen leeft en werkt. Het gaat verder over de verharde weg. Een groot bord in de berm laat weten dat hier het hoogveenlandschap wordt hersteld. Iets dat volgens Staatsbosbeheer nog mogelijk is en waar hard aan wordt gewerkt. Gunstig voor het veenherstel is dat de bodem hier van nature slecht doorlatend is. Dit maakt het makkelijker het gebied weer te vernatten – iets dat levend hoogveen nodig heeft. Al sinds de Tweede Wereldoorlog is het gebied staatseigendom. Momenteel heeft Staatsbosbeheer hier 500 hectare aan natuur in beheer. Een gedeelte hiervan is het tegenwoordig zeldzaam geworden hoogveen.
Armenveen
Het Armenveen werd de westelijke hoek van het veen genoemd. Hier mochten de armen turf voor eigen gebruik steken. Maar de route gaat dit veengebied niet in, het gaat richting de grens met Duitsland. Ook het Trekvogelpad volgt even deze weg, maar dan op weg naar Enschede. Begonnen aan de kust, is het met een lengte van 414 kilometer een van de langeafstandswandelingen die ons land doorkruisen.
Jurisdictie
De route steekt de grens niet over, maar volgt deze. Het gaat over een smal voetpad, op de rand van Nederland en Duitsland. Even later geeft een oude grenssteen aan dat ik nog steeds precies op de grens loop. Maar deze paal staat niet alleen op de grens tussen twee landen; ook op die tussen twee provincies: Overijssel en Gelderland. De wapens van Overijssel, Gelderland en vorstbisdom Munster staan dan ook alle drie trots in de steen gegraveerd. En dat al eeuwen lang. De paal is in 1766 geplaatst, als eerste van een reeks stenen markeringen tussen Gelre en Munster.
Stil
Het is een mooi wandelpad langs de rand van Nederland. Stil en verlaten is het hier. Van de sinds deze week verscherpte grenscontroles door Duitsland is niets te merken. Dat was ooit anders: grenswachters hielden hier de grens scherp in de gaten. Vooral het ‘smokkelhuuske’ dat hier heeft gestaan. Met de ingang in het ene land en de uitgang in het andere land een handige gelegenheid om goederen over de grens te krijgen.
Watervogels
De route verlaat het grenspad en duikt opnieuw het veen in. Het gaat over een dijk, dwars door een grote waterplas. Hier voelen watervogels zich duidelijk hoorbaar thuis. Zien doe je ze niet: aan weerszijden wordt het zicht belemmerd door een twee meter hoge rietkraag. Het geeft de vogels rust en wandelaars kunnen even hun oren de kost geven – en genieten van alle vogelgeluiden aan de andere kant van het riet. Een aparte ervaring hier zo te lopen, dwars door het domein van de watervogels. Met aan het einde van het pad toch nog een doorkijkje.
Siberië
Ik ben aangekomen in Siberië. Een afgelegen deel van het veen, dat lange tijd moeilijk bereikbaar was. Door het natste gedeelte ligt nu een vlonderpad. Met een lengte van bijna een halve kilometer. Mooi er zo overheen te wandelen. Tot na de Tweede Wereldoorlog werd hier nog veen gestoken. De oude veenputten zijn nog zichtbaar als je goed oplet. Mooi is ook het bloeiende veenpluis links en rechts van het vlonderpad. En op het vlonderpad zelf kun je de levendbarende hagedis zien liggen zonnen, als je geluk hebt. Het is een geliefde plek voor ze, om op te warmen in de ochtendzon.
Dubbele toegift
De laatste twee kilometers gaan langs de rand van het veen, over smalle asfaltweggetjes. Ik groet de bestuurder en de opzittende van een trekker – en geniet vanaf de weg nog even van het uitzicht over het Haaksbergerveen. Toch aan het einde van de rondwandeling nog even de heide op, als toegift. Net als de koffie met appelgebak die bij het eindpunt – het Horstervennehoes – staan te wachten.