Ooit zag het er ’s zomers wit van bloeiend veenpluis. Het Witte Veen werd het gebied daarom genoemd. Het veenpluis is grotendeels verdwenen – maar nog steeds is het Witte Veen een prachtig stuk natuur. Veen, heide, bos en water vind je er. Natuurmonumenten heeft er een 8,6 kilometer lange wandelroute uitgezet. Volg de blauwe pijlen.
Vier routes
Voor het startpunt moet je een klein stukje de grens met Duitsland over. Landgasthof Haarmühle is vertrekpunt van vier wandelroutes door en rond het Witte Veen. Wat betreft lengte variëren ze van 1,7 tot 9,4 kilometer. Ik koos de 8,6 kilometer lange Wandelroute het Witte Veen. Want deze is uitgezet door Natuurmonumenten zelf – de beheerder van het gebied. Dan zal je toch wel langs de mooiste paadjes komen?
Haarmühle
Het is een gezellige drukte rond Landgasthof Haarmühle. Niet zo ver van de grote stad Enschede is de uitspanning een geliefde uitvalsbasis of tussenstop voor wandelaars en fietsers. In ieder geval zit het terras zo goed als vol op deze zonnige zaterdagochtend. Ook de oude watermolen – waar het restaurant naar is genoemd – trekt de nodige aandacht. Het is een oudje, gebouwd in 1619. Na grondige restauratie draait het molenrad sinds 1988 weer ijverig rond in de beek.
Hessenweg
Niet ver van het landgasthof stuit de route op een oude hessenweg. Een voormalige handelsroute, waarover tot in de 19e eeuw handelaren met zware karren tussen Duitsland en Nederland reisden. Het is niet toevallig dat hier ook een galg stond. Langs de oude hoofdweg én vlakbij de grens, als afschrikwekkende boodschap voor de reiziger. Dit geldt gelukkig niet voor de replica ervan, die er nu staat.
Grenspaal
Ik passeer de grens en ben terug in eigen land. Hier begint het Nederlandse deel van het Witte Veen, dat in beheer is van Natuurmonumenten. De route verlaat de hessenweg en duikt het bos in. Een oude stenen grenspaal, met het jaartal 1773 erin gegraveerd, markeert de grens. In dat jaar besloten Overijssel en het Vorstbisdom Munster om de houten grenspalen te vervangen door stenen markeringen, lees ik op het informatiebord. Deze paal stond bekend als de Stein am Witten Venne. Voor reizigers een belangrijk herkenningspunt langs de hessenweg.
Hooglanders
‘Houd afstand, hooglanders zijn geen knuffeldieren’, maakt het bord langs het pad duidelijk. Ik sta op het punt de heide te betreden. Een kudde hooglanders zorgt ervoor dat het gebied ook open blijft – en de heide blijft behouden. Een klaphek geeft toegang tot het heideveld. Een smal wandelpad slingert tussen de nabloeiende heideplanten. Het is heerlijk wandelen hier op deze zonnige septemberdag. Met nog een restant van de paarse pracht – de bloeitijd is alweer zo goed als voorbij – als bonus.
Van Heek
Toen de rijke textielfabrikant Van Heek aan het einde van de 19e eeuw dit gebied aankocht voor houtproductie, moest er natuurlijk ook een statige laan door het Witte Veen komen. De heide heb ik voor even verlaten en ik wandel verder over deze kaarsrechte laan, tussen rechte, hoge eiken door. Sinds 1981 is Natuurmonumenten eigenaar van het gebied. Maar de eikenlaan is behouden, als herinnering aan de hoogtijdagen van de Twentse textielfabrikanten.
Vlonderpad
Wel hersteld is een stuk moerasbos waar ik even later door wandel. Natuurmonumenten heeft het waterpeil hier verhoogd naar het oorspronkelijke peil. Dammen zorgen ervoor dat het water wordt vastgehouden. Nu is het weer een stuk bos zoals het vroeger was, volgens de natuurorganisatie. Er groeien weer zwarte elzen en populieren, in plaats van eiken en dennen – zoals gewoonlijk in een bos. Gevolg van de nattigheid is wel dat je hier als wandelaar natte voeten kan krijgen. Ware het niet dat een vlonderpad je netjes door het natte bos brengt.
Plaggen
Dus met droge voeten kom ik weer aan op de hei. De route volgt de Witteveenweg, dwars door het uitgestrekte open veld. Het uitzicht is wijds en mooi. De heide wordt hier helaas wel bedreigd door vergrassing. Het is duidelijk te zien: lang gras overwoekert de heideplanten. Door plaggen en begrazing doet Natuurmonumenten zijn best de heide te herstellen.
Hoogveen
Ik kom aan bij het hoogveen. Maar de route stuurt me linksaf. Hoogveen is niet alleen zeldzaam (geworden), maar ook kwetsbaar. Daarom: kijken mag, er doorheen lopen niet. Maar het is geen straf af te moeten slaan: ook op dit pad, door het open veld, zijn de uitzichten mooi. Libellen vliegen langs het halfverharde wandelpad en het najaarszonnetje schijnt. Ik wandel langs vennetjes, stukken hei, boompjes en struiken.
Stacaravans
Zo bereik ik de rand van het Witte Veen. Het gaat verder over een slingerend pad, tussen ranke witte berkenbomen door. Ik kom aan bij camping De Leemkoel. Een rij lege stacaravans staat in de berm van de zandweg geparkeerd. De camping gaat sluiten. De eigenaar heeft het terrein verkocht aan Natuurmonumenten. ‘Met pijn in het hart’, lees ik in de plaatselijke krant. Reden was de hoge waterstand in dit gebied: voor het Witte Veen gunstig, voor de camping helaas de uiteindelijke ondergang.
Hagedis
Hier in het nattere gedeelte voelt de levendbarende hagedis zich helemaal thuis. En bij gunstige omstandigheden kun je ze vanaf het pad zien zonnen. Zelf zie ik ze niet deze ochtend. Wel hoor ik dichtbij een roodborst en een zwartkop zingen. Ook mooi.
Watervogels kijken kun je even verderop, waar een vogelkijkscherm langs het ven is geplaatst. Maar ook zij laten het afweten als ik er langsloop. Mooi is het contrast tussen natuur en cultuur langs de Gervinkshoekweg. De weg vormt de grens tussen Witte Veen en boerenland. Zowel links als rechts is het mooi groen, maar het verschil in karakter is groot.
Groene boodschap
Als uitsmijter van de wandeling nog een stukje langs nabloeiende heide. Ik steek weer de Buurserbeek over en – omdat de brug op de grens ligt – ben ik hiermee tevens weer terug in Duitsland. Ook onze oosterburen zijn hier bezig met biodiversiteit. Ik wandel langs een recent aangelegd klimaatbos. Een rijk gemend bos: goed voor de biodiversiteit én beter bestand tegen klimaatverandering. Met deze mooie groene boodschap komt de Haarmühle weer in zicht. En hiermee het einde van een prachtige en afwisselende rondwandeling door een bijzonder gebied.