Maar liefst zes landgoederen omringen het plaatsje Diepenheim. De wandeling Trage Tocht Diepenheim bezoekt er drie van. Verder gaat het langs de slingerende Regge en de rechte Schipbeek. Bos en fraai coulisselandschap maken de tocht compleet.
Stedeke
‘t Stedeke noemen de Diepenheimers hun stadje liefkozend. Met nog geen drieduizend inwoners is Diepenheim het kleinste stadje van Twente. Maar, op een mooie zomerse zondag als vandaag, komen er heel wat mensen bij in ’t Stedeke. Het toeristische plaatsje trekt flink wat bezoek.
Genot
Door de hoofdstraat van Diepenheim lopen is een genot. Fraaie gevels, historie en galerieën wisselen elkaar af. Zoals het Plumershuusken. Het was het huis van dagloner Plumers. En stond op de nominatie om naar het Nederlands Openluchtmuseum te worden verplaatst. Maar Diepenheim is er blij mee dat het Plumershuusken op zijn plek bleef staan.
Landgoed Warmelo
Dan het eerste landgoed van de Trage Tocht. Een sierlijke smeedijzeren poort geeft vanaf de hoofdweg toegang tot Landgoed Warmelo. Ik betreed het terrein over een smal, licht slingerend pad. Het gaat tussen hoge, met klimop beklede eikenbomen door. Na een paar slingers in de weg komt de havezate in zicht. Die ook wel Kasteel Warmelo wordt genoemd. Maar havezate of kasteel: het is een prachtig gebouw, dat er prachtig bijligt.
Gelijk op
Het gaat even gelijk op met het Reggepad en het Overijssels Havezatenpad. De eerste volgt – zoals de naam al suggereert – de Regge. Een 76 kilometer lange wandeltocht van Ommen naar Diepenheim. Het Overijssels Havezatenpad doet er wat kilometers betreft heel wat schepjes bovenop: het biedt 287 wandelkilometers tussen Steenwijk en Oldenzaal.
Landgoed Westerflier
Warmelo gaat bijna naadloos over in Landgoed Westerflier. Ik wandel over een stille zandweg, langs een mooie meidoornhaag en een bolle akker. Het 300 hectare tellende Westerflier is minder parkachtig en bestaat uit bos, weiland en bouwland. En het is heerlijk wandelen hier. Bovendien gegarandeerd rustig: alleen wandelaars en fietsers zijn welkom op dit particuliere landgoed.
Regge
Ik steek de Regge over, die hier een smalle stroom is. Het is ook niet ver van het beginpunt van het Overijsselse riviertje, dat uiteindelijk bij Ommen in de Overijsselse Vecht uitmondt. Het beginpunt van de Regge is de volgende bestemming van de wandeling. Op een groot informatiebord lees ik dat het riviertje is ingericht als natuurlijke beek, die door het landschap meandert. Zo wordt water beter vastgehouden.
Boomtuin
Het gaat verder over een smal slingerend fietspad, tussen akkers en weilanden door. Wilde planten als kamille, wilde chicorei, duizendblad en klein streepzaad sieren de bermen. Het is mooi wandelen richting de Schipbeek.
Maar eerst nog de boomtuin van Jeroen Kooijmans. Of de eikenboom het zelf ook leuk vindt weet ik niet, maar de 250 jaar oude eik is voorzien van wenteltrap en ruim plateau. Hierop een ondergrond van varens en mossen en een bescheiden tweezitsbankje.
Schipbeek
Dan volgt de route enkele kilometers lang de Schipbeek. Een zijrivier van de IJssel, die in Duitsland ontspringt en uiteindelijk bij Deventer de IJssel instroomt.
Zo meanderend als de Regge is, zo recht is de Schipbeek. De beek is in de late middeleeuwen gekanaliseerd. En drie kilometer lang langs recht stromend water wandelen is ook wel weer Zen. Oftewel heel erg Trage Tocht…
Zandvang
En dan is er aan het einde van het Schipbeek-traject ook nog een bankje. Op ongeveer twee derde van de route een mooi punt voor een kleine pauze. De Schipbeek is op dit punt over een paar honderd meter verbreed. Dit dient als zandvang. Doordat het water hier langzamer stroomt, slaat zand neer – en kan dit gecontroleerd worden afgevoerd. Zo houdt je de rivier stroomopwaarts open.
Bos
Over een houten bruggetje steek ik de Schipbeek over. En laat zo het water weer achter me. De route kruist de drukke doorgaande weg tussen Diepenheim en Neede – en duikt even later het bos in. Over een smal bospad wandel ik richting de watermolen.
Watermolen den Haller
Watermolen den Haller was tot 1970 in bedrijf. Nu is de historische molen nog regelmatig open voor publiek. Zoals vandaag. “Kiekt rustig rond en a’jt dan bekek’n hebt en ie goat vot zeg dan ’n ander dat ze ok komm’n mot”, aldus het bordje bij de molendeur. Wel, bij deze.
Landgoed Nijenhuis
Ik betreed het laatste van de drie landgoederen die de Trage Tocht bezoekt: Landgoed Nijenhuis. Ik passeer het IVenNetje: een stukje nieuwe natuur dat door natuurorganisatie IVN Diepenheim, Landgoed Nijenhuis en Landschap Overijssel samen is gerealiseerd. De voedselrijke bovenlaag is afgegraven en zo krijgen andere, meer zeldzame, plantensoorten hier weer een kans.
Kasteel Nijenhuis
Door het parkachtige bos van Nijenhuis loop ik richting de lange oprijlaan van het landgoed. Daar aangekomen een mooi zicht op Kasteel Nijenhuis. Nog steeds is het landgoed particulier bezit, in handen van afstammelingen van Rutger Jan Schimmelpenninck, die het in 1799 kocht.
Dan is het nog een kilometer te gaan – over de kaarsrechte oprijlaan – naar het eindpunt van deze fraaie Trage Tocht.