Dwalen door het Bergherbos
Tussen Doetinchem en Duitsland ligt het Bergherbos. Op weg ernaartoe is het niet te missen, want het Bergherbos ligt hoog op een heuvel, in een open landschap van akkers, weilanden en enkele kleine dorpjes. Als ik er aankom druppelen de bomen na van een flinke zomerse regenbui. Het bos is weer schoongespoeld en ik ga op pad, over de nog vochtige bospaden.
Vrijwel meteen begint het eerste klimmetje. Het smalle wandelpad slingert zich langzaam omhoog. Wandelen door dit bos betekent regelmatig stijgen en dalen. Maar meer dan enkele tientallen meters zul je hier nooit klimmen of afdalen: het Bergherbos steekt nergens meer dan negentig meter boven zeeniveau uit. De heuvelrug waar ik over wandel, is ontstaan in de voorlaatste ijstijd. Gletsjers drongen vanuit het noorden ons land binnen en stuwden het land voor zich uit. Daarom wordt een heuvel als deze ook wel een stuwwal genoemd.
Het bos is hier in de negentiende eeuw aangelegd en in die tijd is ook het padenstelsel ontstaan. De oorspronkelijk rechte wandelpaden zijn in de loop der tijd onregelmatiger geworden. De paden waar ik over wandel kruisen weer andere wandelpaden, soms een ruiterpad of een atb-spoor. Af en toe delen wandelaar en ruiter of wandelaar en fietser even het pad. Waarna ieder weer zijn eigen weg gaat. Mijn weg bestaat uit de gemarkeerde routes die Natuurmonumenten hier heeft uitgezet. Zo dwaal ik door het uitgestrekte bos.